Kernenergie in Nederland: verleden, heden en toekomst
Kernenergie is een vorm van energie die wordt opgewekt door het splijten van atomen in een kernreactor. Kernenergie heeft als voordeel dat het veel elektriciteit kan leveren zonder CO2-uitstoot of luchtvervuiling. Kernenergie heeft echter ook nadelen, zoals het risico op ongelukken, het probleem van radioactief afval en de hoge kosten van de bouw en het onderhoud van kerncentrales. In dit artikel gaan we in op de geschiedenis van kernenergie in Nederland, de huidige situatie en de toekomstperspectieven. We kijken ook naar de rol van dynamische energieprijzen, die kunnen helpen om de vraag naar en het aanbod van kernenergie beter op elkaar af te stemmen.

De geschiedenis van kernenergie in Nederland
Nederland begon in de jaren 1930 met het onderzoek naar kernenergie aan de Technische Universiteit Delft. In 1955 werd begonnen met de bouw van een onderzoeksreactor in Dodewaard, die in 1961 in bedrijf werd genomen. Het doel was om in 1962 kernenergie te introduceren en het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. In 1968 werd een proefreactor aangesloten op het elektriciteitsnet. Deze reactor werd in 1997 gesloten.
In 1973 werd de eerste commerciële kerncentrale in Nederland geopend: de centrale Borssele in Zeeland. Deze centrale heeft een vermogen van 485 MW en levert ongeveer 4% van de elektriciteit in Nederland. In de jaren 1970 en 1980 waren er plannen om meer kerncentrales te bouwen, maar deze stuitten op veel maatschappelijk verzet en politieke tegenstand. Na de kernrampen in Tsjernobyl (1986) en Fukushima (2011) nam de publieke bezorgdheid over kernenergie verder toe.
In 1994 besloot het Nederlandse parlement om kernenergie af te bouwen en stelde een sluitingsdatum vast voor Borssele in 2003. In 2003 werd deze datum echter uitgesteld tot 2013 door een nieuw kabinet. In 2006 werd besloten dat Borssele open zou blijven tot 2034, mits deze zou voldoen aan de hoogste veiligheidseisen. De eigenaren, Essent en Delta, zouden daarnaast 500 miljoen euro investeren in duurzame energie, samen met geld dat de overheid anders als compensatie aan hen zou moeten betalen.
De huidige situatie en de toekomstperspectieven
Op dit moment heeft Nederland dus één werkende kerncentrale: Borssele. Deze centrale is verouderd en heeft regelmatig te kampen met storingen en onderhoudsproblemen. Bovendien is er nog steeds geen definitieve oplossing voor het radioactieve afval dat deze centrale produceert. Dit afval wordt tijdelijk opgeslagen bij de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA) in Vlissingen, maar moet uiteindelijk worden afgevoerd naar een veilige eindberging.
Na de verkiezingen van 2010 kwam er een nieuw kabinet dat openstond voor de uitbreiding van kernenergie. Beide eigenaren van Borssele dienden plannen in om nieuwe reactoren te bouwen. In januari 2012 maakte Delta echter bekend dat het de beslissing om een tweede kerncentrale te bouwen uitstelde. In november 2018 sprak een meerderheid van het parlement zich uit voor de bouw van nieuwe kerncentrales. In november 2019 bleek uit een opiniepeiling dat 61% van de Nederlandse kiezers voorstander is van de bouw van nieuwe kerncentrales in Nederland, met een opvallend verschil tussen rechtse en linkse kiezers. In december 2021 liet het vierde kabinet-Rutte weten dat het zich wil voorbereiden op de bouw van twee nieuwe kerncentrales om de CO2-uitstoot te verminderen en te voldoen aan de Europese doelstellingen voor de aanpak van klimaatverandering.